‘Beter goed gejat dan slecht bedacht’ moet het motto geweest zijn van producent Manolo Bolognini toen hij in 1974 acteurs Michael Coby (echte naam Antonio Cantafora) en Paul L. Smith inzette als lookalikes van Spencer en Hill in de spaghetti-western komedie ‘Carambola’, een antwoord op het ongekende succes van de films van Spencer en Hill.
Coby, van oorsprong Italiaans, lijkt als twee druppels water op Terence Hill en Smith, een Amerikaanse acteur, heeft met zijn brede postuur en bebaarde gezicht veel weg van Bud Spencer. Een leuk muziekje op de achtergrond, vele vuistgevechten, werkelijk alles werd ongegeneerd gekopieerd, tot aan het ontwerp van de filmposter toe.
Toch brachten de films genoeg geld in het laatje (ongetwijfeld een hoop geld van mensen die verwacht hadden Spencer en Hill op het witte doek te zien) dat er nog vier soortgelijke films zouden volgen met hetzelfde duo Coby en Smith, die hun uiterste best doen Spencer en Hill te kopiëren. Net als de films van Spencer en Hill spelen de films zich af in zowel wild westen als hedendaagse settings.
In Nederland verschenen de films zelfs als Vier Vuisten-films in de bioscoop met titels als ‘De vier vuisten slaan weer toe’, ‘Vier vuisten op weg naar de hel’ en ‘Vier vuisten op een schietend scheurijzer’. Ook in omliggende landen, zoals Duitsland (Vier Fäuste schlagen wieder zu) vonden de films gretig aftrek.
De ontvangst van de films was in Nederland lauw, met soms een redelijk positieve, maar meestal negatieve recensie in de dagbladen.
Hieronder kun je een kort fragment bekijken uit de eerste van deze serie van vijf films, ‘Carambola’, in Nederland uitgebracht onder de titel ‘De vier vuisten slaan weer toe’.
